De Cenotaafparade van 10 juli 2021 vond plaats in Londen in aanwezigheid van
- de Belgische Ambassadeur in Londen, Bruno van der Pluijm, in de naam van de Belgische regering
- Kapitein-ter-zee Renaud Flamant, Defensie attaché, in de naam van de de Belgische CHOD
- Minister of State Baroness Goldie
- Lieutenant Kolonel Ady Hunter MBE, vertegenwoordiger van de CDS (Chief van de Britse Defensie)
Op 17 februari 1934 komt de Belgische Koning Albert I, die tevens Kolonel bevelhebber was van de “5th Inniskilling Dragoon Guards”, om het leven bij een val van de rotsen in “Marche-les-Dames”. Aangegrepen door zijn dood, beslist Koning Georges V van Groot-Brittannië om de Belgen een eer toe te kennen die geen enkel ander land ooit te beurt viel: het organiseren van een jaarlijkse gewapende parade, ter ere van ons land. Deze Belgische parade in Londen vindt sindsdien principieel ieder jaar plaats in het weekend voor de Belgische nationale feestdag en huldigt de nagedachtenis van de KoningRidder en het broederschap tussen de Britse en Belgische soldaten tijdens Wereldoorlog I. Deze herdenking kent een lange geschiedenis, maar de banden tussen ons land en GrootBrittannië gaan nog veel verder terug. Het Verenigd Koninkrijk was nauw betrokken bij het ontstaan van de Belgische staat.
Vanaf 1830 besloten de grootmachten van toen (GrootBrittannië, Frankrijk, Pruisen, Oostenrijk en Rusland) rond de tafel te gaan zitten om te beslissen wat er met België moest gebeuren. In Londen besloten ze ons land de onafhankelijkheid toe te kennen onder voorwaarde van een strikte neutraliteit. Het finale Verdrag van Londen werd ondertekend in 1839 waarbij GrootBrittannië borg stond voor onze neutraliteit. Dit was een cruciaal onderdeel van de Britse strategie, want Antwerpen en Oostende stonden bekend als ‘geweerlopen’, gericht op het hart van Groot-Brittannië.
Toen Duitsland (als één van de ondertekenaars van het Verdrag van Londen) België op 4 augustus 1914 binnenviel, verklaarde het Verenigd Koninkrijk onmiddellijk de oorlog aan de bezetter. Het Britse expeditieleger (BEF) vertrok met 110.000 mannen naar België om er een eerste maal slag te leveren op 24 augustus 1914 bij Bergen. Ondertussen vonden vele Belgische vluchtelingen een onderkomen in Groot-Brittannië. In 1915 werd er zelfs een dorpje opgericht met de naam ‘Elisabethville’ (naar de Belgische koningin). De meer dan 6.000 Belgen die er woonden, leefden zelfs onder het Belgische rechtstelsel.
Vier jaar later was de eindbalans van de oorlog afgrijselijk: ongeveer 195.000 soldaten van de Commonwealthlanden lieten het leven in de Westhoek, de regio was volledig verwoest en hele dorpen van de kaart geveegd. Ook in de Tweede Wereldoorlog kwamen de Britten ons ter hulp. Opnieuw vonden 15.000 Belgische vluchtelingen steun en onderkomen binnen de Britse grenzen. Ook onze regering bereikte Londen en zette, hoewel niet voltallig, van daaruit haar beleid voort. Opnieuw kwamen er vele manschappen van de Commonwealth om bij de verdediging en bevrijding van België en zijn bevolking. Deze keer vochten heel wat Belgen niet langszij maar in de rangen van de Britten.
‘De Belgische Strijdkrachten in Groot-Brittannië’ droegen hun steentje bij om ons land haar onafhankelijkheid terug te geven na de noodgedwongen capitulatie: hetzij aan de zijde van de Royal Navy, bij de koopvaardijvloot, die met meer dan honderd gezonken schepen en 855 op zee gestorven lieden een zeer zware tol betaalde, hetzij in de landeenheden, zoals de Brigade Piron, hetzij in de luchteenheden, zoals het 349ste en 350ste squadron van de RAF. Ze vertrokken anoniem, ze keerden terug als helden. Ze legden de grondslag voor een nieuw Europa dat verdraagzaamheid, vrede en solidariteit hoog in het vaandel voert. Het is voor hun moed en opoffering in beide Wereldoorlogen dat we ieder jaar samenkomen aan de Cenotaaf in Londen.
Een Cenotaaf is een monument, opgericht ter ere van zij die elders stierven voor het vaderland. Het woord is afkomstig uit het Grieks en betekent ‘leeg graf’: kenos (leeg) en taphos (graf). Wereldwijd bestaan er zeer veel dergelijke monumenten, maar dit van Londen is het bekendst. Het werd op aanvraag van Lloyd George (toenmalig eerste minister) in 1919-1920 ontworpen uit portlandsteen door Sir Edwin Lutyens. Deze architect ontwierp eveneens tal van Britse militaire begraafplaatsen in de Westhoek. De inscriptie op de steen draagt de vermelding: ‘The Glorious Dead’.
Ieder jaar, op de zondag net voor of na 11 november, houden de Britten er een grote herdenkingsdienst voor alle landgenoten die omkwamen ‘in the line of duty’.
Sinds 1934 organiseerde de Vereniging der Belgische OudStrijders van Groot-Brittannië de ontroerende Belgische plechtigheid aan de Cenotaaf, later aangevuld met Veteranen van ’40-‘45. Hun rangen dunden echter jaarlijks uit en daaromwerd onder impuls van verschillende vaderlandslievende verenigingen een “Belgisch steuncomité” opgericht. In 2006 werd beslist dat de Belgische Defensie deze plechtigheid zou coördineren in samenwerking met de vriendenkring van de oud-strijders in Groot-Brittannië, het steuncomité en de Belgische ambassade om ervoor te zorgen dat deze traditie niet verloren zou gaan. Onze Cenotaafparade getuigt nog steeds van de prijs die we allemaal, Britten en Belgen, mannen en vrouwen, jong en oud, betaalden voor onze vrijheid. Het is belangrijk dat onze jongeren dit ook meekrijgen, dit beseffen en zich dit herinneren wanneer ze zelf keuzes zullen moeten maken.
‘Wij zullen hen herinneren!’