KVRZ

Bij Koninklijk Besluit van 14/02/1939 werd de eerste bevordering van Zilveren Zwaarden uitgevaardigd, samen met de toekenning van tienjaalrijkse promoties in de Nationale Orden. Helaas, onderbrak de oorlog alle verdere akties en het duurde tot in 1949 alvorens verder werk kon gemaakt worden voor een tweede bevordering.

Konden enkel in aanmerking komen, de oud-strijders 1914-1918 die aan de nodige strenge vereisten voldeden en die, bovendien, een bepaald aantal punten telden, waarvan het minimum op zes vastgelegd werd door de militaire overheid. Ongeveer 15.000 dapperen werden alzo vereremerkt en bevorderd in de Nationale Orden, telkens met een tussentijd van tien jaar, behalve voor deze van 1973, die na vijf jaar toegekend werd en tevens de allerlaatste werd. In 1973, gaven de ouderen van 1914-1918 hun akkoord om in hun rangen oud-strijders 1940-1945 op te nemen en op deze manier de voortduring van de federatie in de hand te werken. Oud-strijders van de Tweede Wereldoorlog kwamen dus de gelederen aandikken, namen bestuursfunkties over en startten een wervingskampagne in al de vaderlandslievende groeperingen. Rond dezelfde periode, nam het nieuwe direktiekomiteit het initiatief bij het Minister van Landsverdediging een voorstel in te dienen voor het toekennen van de Zwaarden aan de strijders 1940-1945, met bevorderingen in de Nationale Orden, in overeenkomstigheid met wat gebeurede de 1939. Bij Koninklijk Besluit van 18/04/1983, aangevuld door een Ministerieel Besluit van 06/05/1983, werden dus de Zwaarden ‘40-‘45 in het leven geroepen. Bewust van het feit dat bepaalde kategoriën van zeer verdienstelijke oud-strijders niet in aanmerking konden komen, gezien de zeer strenge normen, besliste onze beheerraad de zaken terug aan te pakken. Een studiecommissie werd ingesteld met als opdracht nieuwe voorstellen op te maken, teneinde een versoepeling van de normen te bekomen en aldus een groter aantal oudstrijders te kunnen belonen. Het Koninklijk Besluit van 18 april 1983 ligt aan de basis van het ontwerpen van het insigne met twee gekruiste zwaarden met daarop een baret met het jaartal 40-45. Op het lint van het Kruis van de Ridders van de Orde van Leopold II, of op het lint van een hogere decoratie, voor de oud-strijders van Belgische nationaliteit, titularis van minimum zes oorlogstitels in zoverre er één van persoonlijke verdienste bij is. Het insigne is in brons voor de titularissen met zes titels, in zilver voor deze met negen titels en in goudkleurig voor elf titels. De oorlog titels zijn opgedeeld in titels van tijdsduur (zes maanden) en in titels van persoonlijke verdienste.